woensdag 28 mei 2014

versieren


Wij houden van versieren.
Vorig jaar in de zomer bedachten Doortje en ik een plan.
De papaverplant in onze tuin zaait zich heel makkelijk uit.
De bloem is mooi en in allerlei kleuren te vinden.
Uit onze eigen tuin maar ook uit vreemde tuinen plukten we de zaadbollen van papavers. (Wel even handen wassen na het plukken want het witte sap wat er uit lekt is niet gezond.) Elke kleur en waar we ze maar zagen namen we zaadbollen mee. Doortje was een beetje bezorgt over het mee nemen uit andermans tuin. Eerder leerde ik haar al bloemen nooit te plukken als er maar één staat. Dan is de kans op vermeerdering meteen weg. Nu telde een andere regel; "wa je nie wil da oe geschie doe da ook een ander nie".
Is het erg als iemand zaadjes uit onze tuin mee neemt? vroeg ik haar. Nee, leuk juist, vond ze, dus mogen wij ook wel hier en daar een bolletje mee nemen. Alleen langs de stoepranden, we gaan niet de tuin van een ander in.
Dat zou te ver gaan.
Op dievenpad samen………nou….nee hoor.
Eigenlijk meer dames met een missie!
Thuis droogden we de bollen in de zon tot het zaad er uit te schudden was. De vergietjes in de vensterbank bleven gevuld.
Na de zomer stopten we alle zaadjes in enveloppen.
De hele actie werd vergeten in de winter.

Rommelend in de tuin deze lente herinnerde Doortje me aan de zaadjes. En dát was ons project; we versieren de buurt met onze zelf gekozen bloemetjes. Vlakbij ons huis zijn nieuwe groenstroken aangelegd en wij zagen onze kans schoon. Samen met Doortje overweeg ik de opties lopend langs het jonge groen. Niet in het gras bedachten we nog want dat wordt gemaaid. We strooiden langs een nieuwe heg. Heel zorgvuldig. Zodra we de papavers in onze tuin op zien komen gaan we ook de groenstrook inspecteren. Als een kind zo blij…….allebei, het lukt. Het groeit en groeit. We wrijven de handen van plezier, plezier om onze bijdrage tot een vrolijke wereld. We hebben schik om wat komen gaat; onze verrassing.
Tot er gebeurt wat ik niet had voorzien. De schoffelaars hebben onze strook ontdekt. Wat een ramp. Alle mini papaverplantjes liggen dood geschoffeld onder en naast de nieuwe heggen.
Doortje is razend, ze krijst van frustratie, stampvoeten. Ik doe even mee en heb zo met haar te doen. Echt niet leuk.
We bedenken het waarom. De onkruidplantjes die er óók tussen groeiden zouden te veel water uit de grond halen voor de nieuwe heg.
De schoffelaars weten misschien niet hoe leuk papavers zijn! Oppert Doortje.
Hoe dan ook het plan wordt een jaar verlengd.
Opnieuw verzamelen deze zomer. We zoeken groenstroken en bermen waar geen schoffelaar of maaier bij kan. Volgend jaar nieuwe ronde nieuwe kansen. Een paar dagen later ontdekken we dat de papavers te talrijk waren tegen deze paar schoffelaars. Nieuwe zaailingen komen op.
Doortje en ik zijn gematigd verrukt van deze kans. Voorzichtig blij zou je kunnen zeggen. Bibberend en trippelend van sensatie roept Doortje; ‘als de gemeentemannen maar niet terug komen’ We houden het in de gaten, wetend dat de schoffelaars erg actief zijn in ons dorp. We hopen, het waren immers ontelbaar veel zaadjes. Of ik denk dat het er wel een triljoen biljoen waren? Tja…….in ieder geval meer dan je wegschoffelen kunt. 

Gelukkig hebben we al een locatie gevonden zodat de verheugenis over de kans volgend jaar ook al groot is.

Een week later zie ik de schoffelaars aankomen.

Ik ren naar ze toe en leg uit welk project ik met mijn kleinkind had verzonnen. Dat we graag de wereld willen versieren. 'ja, niet jouw' roept de ene schoffelaar naar de andere!!!!! Ze vinden het mooi. Of ik dan een bordje wil plaatsen anders krijgen ze last met hun baas. Een bordje wil ik niet maar ik mail de baas plantsoenen. Wij zijn er superblij mee de verspreiding van vrolijkheid werkt nu al.

Zijn antwoord volgt meteen;

Beste oma V,
Dat het nu goet is verlopen is geen gerantie voor de toekomst. De tijd zal het leren.
Met vriendelijke groet S. D.




 


 

 

 

zondag 6 april 2014

nieuwsgierig


Doortje en ik fietsen naar haar school. Het is maar 1 kilometer dus net zo vaak fietst ze zelf of zit ze achterop bij me.
Sinds kort hebben we een fan. Het is een meisje van een jaar of 9 die Doortje kent van de overblijf.  Elza doet steeds moeite om met ons mee te kunnen fietsen. Ze roept vanuit het fietsenhok of vanaf het plein dat we moeten wachten omdat ze er aan komt. Doortje is van Elza gecharmeerd merk ik. De grote meiden verwennen de kleintjes vaak met geknoopte of gehaakte haarlintjes op de overblijf.
Het is een gezellige kletskous die Elza. Ze verteld af en toe over haar eigen leven, vaker vraagt ze naar Doortjes leven.
Per mee-fiets-rit stelt Elza een vraag of een variant op dezelfde vraag. ‘Ben je weer met je oma naar school Doortje?’. Wanneer ze met haar mama naar school komt, of ze weer bij oma logeert, waar haar mama is en ga zo maar door. Doortje negeert de vragen. Soms zegt ze alleen ja of nee. Soms geeft Doortje een wedervraag ter antwoord. Ik laat ze. Wekenlang fietst Elza mee met ons.
Voorzichtig balancerend naast elkaar op het fietspad.
Zonder ook maar iets van naars gemerkt te hebben aan Doortje vraag ik op een moment toch aan haar hoe het werkt.
Of ze het niet lastig vindt dat Elza maar blijft vragen over haar leven. (Er zullen wel meer kinderen zijn om Doortje heen die meer willen weten over haar maar daar merk je meestal als ‘ouder’ weinig van.) Nee hoor dat is niet lastig volgens Doortje.
Dan vraag ik of ze weet wat ze zou kunnen zeggen.
Ik stel voor dat we kunnen oefenen wat ze zou kunnen zeggen.  
Een beetje toneel; ‘en dan ben jij….. en dan ben ik…..’
Dat ging prima en vervolgens vroeg Elza lekker verder, zonder verlossing.
Een paar weken later kreeg Elza eindelijk wat ze wilde.
Kort maar krachtig, elke vraag een antwoord.
·        Doortje wóónt bij haar oma.
·        Nee; haar moeder woont ergens anders.
·        Omdat haar mama niet altijd voor Doortje kan zorgen.
·        Omdat haar mama dat moeilijk vindt.
Ongevraagd vulde Doortje aan; dat ze iedere maand een weekend bij haar mama logeert en…….dat elke dinsdag mama bij haar komt.

Elza fietst tegenwoordig minder vaak met ons mee.

 

 

 

gepikt

Soms heb ik een bedenking die ik meteen blok vanwege zijn lelijke aard. Zo’n flits moment door je hoofd. Gezond verstand, intuïtie, wanneer ik welke toepas is inconsequent. Sinds de verjaardag van Doortje had ik een keer gedacht dat het nivo van de snoeppot niet evenredig daalde aan de  snoepmomenten in de middag.
Niets mee gedaan, een paar weken lang.
Op een ochtend kom ik beneden en vind op de vloer een snoepje uit de pot. Doortje mag soms naar beneden om tv te kijken als ze erg vroeg wakker is. Zo ook vandaag.
Het snoepje opgeruimd besluit ik er niets over te zeggen.
Aan het einde van de dag als we keuvelend zitten te eten vertel ik Doortje dat er iets heel raars is gebeurd.
Ik vertel dat ik het vermoeden heb dat Lotje onze poes snoep gepikt heeft uit de pot. Doortjes kin zakt wat naar beneden. ‘Ze heeft ook snoep op de grond laten vallen’ dik ik het vermoeden aan. ‘Erg hé?’ doe ik er nog een schepje bovenop als Doortje niets zegt. 
Doortje’s kin is nu tot op haar borst gezakt en ze schudt zachtjes haar hoofd. ‘Het was Lotje niet’ fluistert ze. ‘Heb jij snoep gepikt’ vraag ik overbodig en zogenaamd stomverbaasd. Heftig ja geschud met haar hoofd. En hoeveel dan? wil ik ook nog weten. Nog steeds met haar kin op d’r borst steekt ze nu één vinger op. Als ik vraag om een bevestiging van die ene vinger worden het er twee.
Inmiddels ben ik blij dat ze niet op durft te kijken want ik moet moeite doen om niet te gaan lachen. Hoe gemeen van mij.
Zij in haar schande.
Uiteindelijk laat ze vier vingers zien.
Als ze bij me op schoot zit vertel ik nog eens over liegen en vertrouwen. Hoe slecht dat bij elkaar past. Hoe naar we ons er door gaan voelen. We bedenken samen wat de oplossing is voor haar honger als ze alleen beneden is. Opgelucht laat Doortje me weten dat ze de volgende morgen zelf een ontbijtkoek gaat smeren.

  

vrijdag 17 januari 2014

logeren


Sinds een aantal maanden gaat Doortje elk laatste weekend van de maand logeren bij haar mama. Het leven van Doortjes moeder is stabiel. Ze woont samen met een leukerd, werkt en is happy. Eerder ging Doortje al wel eens slapen bij mama maar dit is door de regelmaat toch serieuzer.
Elke dinsdag was al mamadag, mijn dochter is dan bij ons thuis.
Doortje ophalen van school, gezellig keutelen en na het welterusten zeggen gaat ze naar huis. Het plan voor vaste logeerpartijtjes heb ik zelf aangekaart. Het leek me heerlijk om op gezette tijd te kunnen beschikken over mijn leven in mijn eentje.
Al is je kindje nog zo leuk, al vergeef je jezelf altijd de momenten die niet lekker liepen, al heb je nog zoveel lol samen en steun uit de omgeving, soms snak ik naar alleen. Wakker worden en kunnen kiezen hoe je de dag vult, of een afspraak voor een uitje in de avond zonder oppas regelingen, het is sjiek. Doortje missen voelt ook opeens sjiek, alsof we elkaars aanwezigheid weer op waarde schatten na de hereniging. Mama was bijzonder blij met het plan omdat deze nieuwe vorm haar gezinnelijk leven verfraait. Ik kan me zo goed voorstellen dat mijn dochter blij is met een leven van kindje huisje boompje beestje zoals ze dat altijd gewild heeft. Doortje is blij met de regelmaat om voor de hand liggende redenen, ze is zo graag bij haar mama de vriend van haar mama en de 3 poezen.
En genieten doen we. Ieder op ons eigen manier, om op zondag weer samen alle belevenissen te delen en ons eigen ritme weer op te pakken. Wat ik echter niet kon voorzien is hoe gek het toch is om dan los van Doortje te zijn. Dat kost wat oefening.
Opa trakteerde me op een nachtje Amsterdam in zo’n weekend dat Doortje bij mama was. Twee dagen de tijd om uitgebreid door het nieuwe Rijksmuseum te dwalen. Ik had me er mega op verheugd.
Haar gekwebbel en het aangepaste tempo, de op een kind afgestemde route, een toilet zoeken als ik net lekker op stoom ben, ik kan best zonder dat.  Het was fantastisch.
Kunst inspireert me tot fantasie, leergierigheid en creativiteit.
Ik word er blij van. Dwalend door Amsterdam’s Rijksmuseum was het maar goed dat opa ook graag over Doortje praat want ik kon me niet onttrekken aan de vaste draad van het bezig zijn met Doortje. Heel veel kunst werd bekeken door de ogen van Doortje. Vragen als ‘wat zou ze hier van vinden?’ of; dit zou ze heel leuk vinden. Het uitvinden van de herkomst van sommige werken, het herkennen van een techniek, of zelfs een kunstwerk denken te herkennen. Ik liep daar toch een beetje te kijken voor twee. Doortje had op school eens een les over Piet Mondriaan. In het Rijksmuseum doe ik wat ontdekkingen over deze man die ik per direct via facebook naar Doortjes mama stuur, met de gedachte dat Doortje dat wel erg grappig zou vinden, en ook gewend mijn plezier met Doortje te delen. Later hoorde ik dat Doortje nogal lauw reageerde.
Tja…………ook zij ervaart nu een wereld zonder mij.
Eenmaal samen thuis is het fijn om onze ervaringen weer uit te wisselen. Doortje wil graag een keer mee naar het Rijksmuseum, zodat ze zelf kan zien welke man Piet Mondriaan na aapt.