maandag 24 juni 2013

Bruce


Doortje en Nana zijn vrolijk, heel vrolijk. Nana gaat naar een concert van Bruce Springsteen en daar wordt ze heel blij van. Die blijheid slaat altijd meteen over op Doortje. Het is zo heerlijk om samen in zo´n flow te zitten. Ze grijpt elke kans om die te delen. We dansen er al vast lustig op los. De muziek van Bruce is niet echt haar favoriet maar dansen wil Doortje altijd wel.
Speciaal voor Doortje heb ik een liedje opgezocht wat Bruce voor zijn kindje schreef. Ponyboy, een klein zacht wiegeliedje wat hij samen met zijn vrouw zingt. Ik maak een paardje van mijn schoot en met Doortje op mijn knieën galoppeer ik met de muziek mee. En nog een keer, en nog een keer en nog een keer Nana. Net zo lang tot ze mee kan zingen.
Ja je moet zo’n kind natuurlijk ook muzikaal opvoeden. Bovendien gilt K3 vaak in mijn oren om wat afwisseling.
Al een half jaar verheugenis heb ik er op zitten. Muziek die ik 25 jaar terug via mijn liefde leerde kennen. Voor elke staat van zijn heeft Bruce een passende song. Over gelukte en mislukte liefdes, over de wereld en de mensheid. Over gewone mensen die trouw zijn, hun best doen en falen. Van Bruce houden is gelijk aan van mijn liefde houden. Deze liefde met wie ik al 11 jaar niet meer samenwoon maar nog steeds samen ben!
En beiden aangenaam om naar te kijken. Ook niet onbelangrijk. Al viel dat tegen in het Goffertpark omdat er 60.000 mensen tussen ons en Bruce in stonden. Doortje vraagt zelfs of ik ook op Bruce verliefd ben. Nee hoor dat niet, ik vind het zelfs grappig om alle middelbare dames te zien die bij zijn concert hun kipfilet armen op het hek laten rusten en vol adoratie toe kijken. Persoonlijk ga ik liever helemaal achteraan uit mijn verstevigende panty, met kaplaarzen er over heen.
Of ik dan alleen met opa zal dansen vraagt ze. Nou is opa niet zo danserig maar omdat Doortje zich er vrolijk om maakt zeg ik toch dat ik natuurlijk alleen met opa dans. ‘Ok’ besluit ze dan mag tante met oom dansen. Ik geef de boodschap door aan mijn zus en mijn zoon. Doortje regelt zulke zaken graag zodat ze weet wat er gebeurt als zij niet in de buurt van Nana is.
En of mama’s liedje ook komt? Het lied waarin een te jong meisje een kindje krijgt om vervolgens de party lights te gaan missen. Een troostlied met jankende gitaren. Maar nee ‘spare parts’ wordt zelden live gezongen.
Doortje mag bij mama gaan logeren en heeft zelf ook wat fijns te doen. Ze mag mee naar de kermis.
De volgende dag hebben we elkaar veel te vertellen. Dat ze veel gegeten heeft, met de poezen speelde, niet gedoucht heeft, een schildpadknuffel aan de kermis over hield en een ijsje kreeg. Doortje wil alles horen over onze belevenissen in de regen. Blij om elkaars blijheid. En ik vertel hoe we zongen, dansten, gelachen hebben, nat geregend zijn, in de file stonden, pret maakten met 60.000 andere fans. Ik vertel over dé avond van dit jaar.

zondag 23 juni 2013

gemeen


Soms borrelen er wonderlijke kinderkronkels op bij Doortje als ik voor het slapen even bij haar ga liggen.
Grappige conclusies als; opa die een scheur op zijn wang heeft, waar ze dan een diepe rimpel bedoelt bijvoorbeeld.
Vorige week vertelde ze op een spannende toon dat ze heel gemene mensen kent. Ik schrik dan even, wie is ze tegen gekomen, en wat zag ze, of wat had ik willen voorkomen. Niet dat je een kind altijd kunt beschermen maar de wereld behapbaar houden voor een 6 jarige is wel een wens.
Nee, het zat anders. ‘Arabieren zijn eng.’
He??? Hoe komt ze aan dat woord? Niet van mij; ik strek mijn handen voorwaarts en draai er cirkeltjes mee. Geleerd van Paul de Leeuw, ‘cabaret cabaret’ roep je als er iets gezegd wordt wat net wel of net niet door de beugel kan. Het woord Arabieren gebruik ik namelijk nooit.
‘Verarmde adel’ die woorden had ze wél van mij. Ze vroeg of de serie die ik met een vriendin keek daar over ging. Ik vroeg stomverbaasd hoe ze aan die woorden kwam. Nou die had ze gehoord toen ik een verhaal aan opa vertelde. Heel erg geestig om uit haar mond te horen. Ook wel een ‘cabaret cabaret’ momentje.
Wat er eng is aan Arabieren liet ik haar vertellen. ‘Nou die hebben heel enge tandartsen, met een houten stoel en die trekken tanden met een knijptang. (het woord knijptang alleen al!) Ze hebben ook gevangenissen met water, de tralies komen er boven uit en het hoofd van de boef ook’ pruttelt Doortje.
Nu begint het mij te dagen. Verder zijn er ook oude mannen onder de Arabieren die dragen witte jurken en ze hebben enge hoofden die schreeuwen. Ok ok, waar zag je dat dan? ‘De Fata Morgana is echt eng Nana’ besluit ze. Ja ja, de wondere wereld die Efteling heet.
Een paar jaar terug heeft ze die attractie al eens gezien en toen bracht ze de vaartocht huiverend met haar hoofd in mijn oksel door.
Even overslaan voorlopig. Inmiddels was ze er weer geweest met opa en mij en uit voorzorg wees ik dit jaar de andere kant op bij de spannende delen, ze ging immers van harte mee dit jaar. Ze was ook met de speeltuin vereniging in de Efteling, en we lezen vaak sprookjes en andere spannende boeken. Tja, waar heeft ze dan dat woord gehoord waarmee ze nu dit oordeel velde? Ik doe nog wel mijn best door uitleg te geven over de oudheid, het oosten en Arabieren, maar Doortje verkneukeld zich nog een keer lekker over haar ontdekking. Dan gooi ik het nog even over een andere boeg. Een echte oma les denk ik! Misschien ga ik te ver maar we liggen nu lekker samen in bed, sus ik mezelf en haar hopelijk ook.
Dat mensen van elk volk elk land en elke kleur gemeen kunnen zijn maar dat alle mensen goed geboren worden. Dit mensbeeld is voor mezelf erg hoopvol en sympathiek, ik wens het Doortje ook toe. Samen met haar knuffeldoekje kruipt ze lekker tegen me aan.
De koffie moet maar even wachten, dit behoeft meer uitleg.
We babbelen nog even naar een troostrijk slaapbeeld toe.
Dat we zelf ook wel eens gemeen dóén maar het dan nog niet zíjn.
Of Doortje dat herkent vraag ik. ‘Ja Nana’ zegt ze, want haar klasgenootje had een keer hard gelachen toen er een ander kind struikelde. Dat was ook héél gemeen, zucht ze dramatisch.
Gelukkig, iets van ons aller onmenselijks is haar al bekend.
Klein en jammer, maar toch. Gemene toestanden zal ze vaker tegen gaan komen, voorlopig hebben we genoeg aan de Efteling voor die ervaring. We kroelden extra stevig die avond.