Doortje vraagt me regelmatig of ik wil vertellen over vroeger. Ze hoort dan graag verhalen over mijn kindertijd. Wat ik deed met mijn broers en zussen, hoe onze vieringen waren en hoe mijn opvoeding was. Ook zegt ze soms dat we allebei iemand missen; zij haar papa (die ze niet kent, wat ze erg jammer vindt) en ik mijn oma. Dat verbindt. Dan luistert ze naar de verhalen die ik ken over hen beiden. Vooral het begrip ‘vroeger’ vindt ze interessant. Vandaag had ik er pret in om haar eens mee te nemen naar een wereld van vroeger. We gingen naar het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Doortje snapt jammer genoeg niet hoe weinig eer ze mijn blognaam doet bij zulke activiteiten. Tussen alle antiquiteiten voel ik me reuze bejaard, maar goed je hebt een leuke dag zo. Opa had het museum nog nooit bezocht dus ook hij was aangenaam verrast na het horen van mijn plan. Ik werd vrolijk toen hij me er aan herinnerde dat ik daar in een grijs verleden een bijzonder mooie visser had ontmoet. Was ik vergeten maar hij kan soms onbedoeld toch een quasi jaloers tikje geven. Enig hoor.
In de auto op weg vroeg Doortje al na 10 kilometer of we er al waren, het was bijna anderhalf uur rijden! Gelukkig is deze Nana doorgewinterd in het kindervermaak dus er stond een tas met allerlei lekkers en gezelligs naast haar. Opa en ik hoopten dat ze dan ook niet de héle weg zou kletsen.
Daar aangekomen bleken we te moeten overvaren om in het openluchtmuseum te komen, extraatje.
Wandelend door het prachtige gehucht zuchtte ik van oh en ah. Elk sentiment werd breed uitgemeten voor Doortje. De buiten wc met het hartje in de deur, net als bij mijn oma, vond Doortje; ‘smerig zeg’.
Ze huppelde lekker de bleekweide in om daar in de vruchtbomen te gaan klimmen. ‘Echt waar Nana’ riep ze steeds als ik iets vertelde. Het leek Hans Teeuwen wel.
‘Kleine mensjes hoor’ zei Doortje toen ze een bedstee zag.
Beetje teleurgesteld in het oude snoepwinkeltje waar het snoep van mijn jeugd niet meer te zien en te koop was, een eigen zakje tum tum maakte dat weer goed.
In 1 woonhuisje konden kinderen zich verkleden en dat mocht dan een half uurtje gedragen blijven. Ze zag er beeldig uit als Zeeuws meisje, maar vond het behoorlijk lastig spelen met al die lange rokken en schorten over elkaar, een dubbele boezeroen en ook nog twee kapjes op haar hoofd.
Ze probeerde een onmogelijke driewieler te berijden, een stokpaardje en een ijzeren hoepel, hopeloze actie, wel grappig.
Alle oude winkels waren niet zo aan Doortje besteed. Opa en ik haalden herinneringen op. We zagen onze oude slager, kapper en kruidenier weer voor ons.
De gezelschapspelen op het plein waren wel erg leuk. Alles probeerden we.
Voor kinderen is het museum wel écht leuk waar het ook bevolkt wordt. In het schooltje kun je een lesje volgen. Iedere werknemer in klederdracht. Bij de klompenmaker een klompje knutselen. Overal waar we liepen kwamen we steeds de voddenboer tegen met zijn kar. Op het laatst groetten we elkaar vrolijk als hij weer langs reed.
Ja, een beetje nostalgisch wordt je daar wel van. Maar naar huis gaan waar de lichtknopjes, cv, stofzuiger, wasmachine en koelkast binnen handbereik zijn is wel tof.
En Doortje; die is in één dag meer te weten gekomen over vroeger dan uit al mijn verhalen, de komende dagen kan ik wel weer wat vragen verwachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten